Met alle termen en afkortingen die vandaag de dag in het land van duurzaamheid gebruikt worden is het voor velen moeilijk om door de bomen het bos te zien. Er zijn zó veel termen en afkortingen, dat het onduidelijk is wat ze betekenen en op wie ze van toepassing zijn. Op deze pagina zetten we de belangrijkste van deze termen op een rij, en leggen we uit wat nu precies de overeenkomsten en verschillen zijn. Zo krijgen de diverse wetten en frameworks rondom duurzaamheid meer betekenis.
We helpen je navigeren door de jungle van begrippen en termen door eerst algemene overkoepelende begrippen toe te lichten. Daarna komt de internationale wet- en regelgeving aan bod en we sluiten af met Nederlandse richtlijnen specifiek voor de gebouwde omgeving.
Laten we beginnen met een term waar velen waarschijnlijk geregeld van gehoord hebben: SDGs. De Sustainable Development Goals liggen aan de basis van alle diverse andere termen en zijn dus belangrijk om te begrijpen, omdat ze context geven aan andere begrippen. De SDGs zijn in het leven geroepen door de Verenigde Naties en hebben als universeel doel om armoede te beëindigen en de natuur te beschermen. De doelen zijn in 2015 opgesteld met 2030 als markeringspunt op de horizon.
Er zijn 17 SDGs, die zijn onderverdeeld in verschillende thema’s die allemaal aansluiten op het idee dat er een balans moet zijn tussen sociale, economische en milieugerichte duurzaamheid. Deze doelstellingen zijn een afspraak op mondiaal niveau, die moet worden vertaald in nationaal beleid. Ze fungeren dus als een soort kompas.
Omdat de Nederlandse overheid de SDGs in haar beleidsdoelen heeft verwerkt, moeten steeds meer overheidsinstanties en bedrijven de doelstellingen implementeren. Nederland ligt momenteel niet op koers om alle 17 SDGs te halen in 2030. SDG Nederland is een organisatie die het nastreven van de doelen aanwakkert in de hele samenleving.
De European Green Deal is een reeks aan beleidsinitiatieven die een ‘Green Transition’ ondersteunt die uiteindelijk als doel heeft om Europa klimaatneutraal te maken voor 2050, een doel uit het Parijsakkoord. De Green Deal initiatieven bestaan uit beleidsplannen op het gebied van klimaat, milieu, energie, vervoer, industrie, landbouw en duurzame financiering, die allemaal sterk met elkaar verbonden zijn. Op nationaal niveau worden er in diverse sectoren afspraken gemaakt. Zo is er bijvoorbeeld de Green Deal Duurzame Zorg, Green Deal voor Wijken en Green Deal Groene Daken.
Hier lees je meer over de Green Deals op Europees niveau.
ESG is een overkoepelend begrip dat niet alleen milieu-indicatoren, maar ook maatschappelijke en beleidsmatige factoren meeneemt. Het is een kader dat zorgt voor meetbaarheid van bedrijfsprestaties op vlakken als energieverbruik, klimaat, gezondheid en een goed ondernemingsbestuur. Het cijfermatige karakter van ESG zorgt ervoor dat ESG-rapportages als een benchmark kunnen dienen en inzicht bieden voor bijvoorbeeld investeerders en beleggers. ESG biedt bovendien nuttige standaarden om te voldoen aan de CSRD rapportageplicht.
CFP werkt met ESG Scorecards, die nuttig blijken bij onder andere het CSRD Materiality Assessment. Meer weten? Ontdek hoe het Van der Vorm Vastgoed hielp om zich voor te bereiden op de ESG wetgeving.
Er zijn veel factoren waar bedrijven vandaag de dag rekening mee moeten houden. Op het gebied van regelgeving varieert dit van verplichte tot vrijblijvende maatregelen, rapportages, en investeringen. De belangrijkste begrippen waar bedrijven en organisaties mee te maken krijgen, zetten we hieronder op een rij.
De CSRD is een Europese richtlijn die grote bedrijven moeten volgen voor het rapporteren over de duurzaamheid van hun onderneming aan de hand van verschillende duurzaamheidscriteria. Grote bedrijven die eerder onder de NFRD vielen zijn vanaf 2024 verplicht om deze duurzaamheidsrapportage op te maken. Vanaf 2025 moeten ook grote bedrijven die voorheen niet onder de NFRD vielen aan de rapportageplicht voldoen. Wanneer ben je een ‘groot bedrijf’? Als je minimaal twee van de drie onderstaande voorwaarden afvinkt:
Vanaf 2026 gaat de CSRD wetgeving ook gelden voor het beursgenoteerde mkb en de verwachting is dat het niet-beursgenoteerde mkb daarna volgt.
Hoef je nu (nog) niet te voldoen aan de CSRD? Dan betekent dat niet dat je niets van deze wetgeving zult merken. Relaties moeten er mogelijk wel mee aan de slag en zullen wellicht ook van jouw bedrijf informatie nodig hebben om hun rapportage in orde te maken.
De CSRD is gebaseerd op ESG aspecten en richt zich daarbij met name op de specifieke vereisten voor rapportage en transparantie met betrekking tot de duurzaamheidsinspanningen in grote bedrijven. Deze vereisten zijn uitgewerkt in de European Sustainabilty Reporting Standards (ESRS).
Zowel de SFDR als de CSRD maken deel uit van het Sustainable Finance Action Plan (SFAP) van de EU.
Aan de slag met CSRD en op zoek naar een CO2 rapportage die voldoet aan de ESRS? Bij CFP kunnen we je hierbij ondersteunen. Ontdek hoe onze experts je helpen voldoen aan de Rapportage wetgeving.
test
De fundering van de mondiale wetgeving op het gebied van financiële rapportage vinden we in de IFRS. Daarbij speelt financiële materialiteit een grote rol. Het internationale instituut dat de IFRS beheert, rolde ook de International Sustianability Standards Board (ISSB) uit, waar de Sustainability Accounting Standards Board (SASB) weer onder valt.
De Sustainability Accounting Standards Board (SASB) werkt aan heldere duurzaamheidsstandaarden voor financiële rapportage. De SASB neemt daarbij een sector-specifieke benadering en werkt daar standaarden voor uit. De SASB Materiality Map is een goed voorbeeld: deze tool maakt het makkelijk om de relevantie van duurzaamheidskwesties weer te geven. Zo ontdekken bedrijven welke factoren invloed hebben op hun financiële prestaties en waar ze hun aandacht dus op moeten richten. Ook investeerders verkrijgen op hun beurt belangrijke informatie voor het nemen van beslissingen.
De SASB stelt duurzaamheidsrichtlijnen per sector op en deze komen grotendeels overeen met de GRI eisen. Een verschil is dat de SASB meer kijkt naar externe factoren die impact hebben op de financiële status van een bedrijf, terwijl GRI dit omkeert en meer kijkt naar hoe bedrijfskeuzes invloed hebben op het milieu en de samenleving.
In 2021 is op de COP26 klimaatconferentie bepaald dat onder andere de SASB werd opgenomen in de Value Reporting Foundation.
De GRI is een internationale organisatie die richtlijnen voor duurzaamheid rapportages opstelt. Het is een framework dat bedrijven en organisaties wereldwijd helpt om de ESG informatie op “een duidelijke en vergelijkbare manier te identificeren, verzamelen en rapporteren”. GRI faciliteert dus de communicatie over ESG factoren en hoe bedrijven hiermee omgaan, ongeacht hun grootte, industrie of vestigingsland. In een CSRD rapport worden richtlijnen als de GRI vaak meegenomen. De GRI is de meest gebruikte standaard voor duurzaamheidsrapportage en gaat al sinds 1997 mee.
Ook de TCFD komt voort uit het Parijsakkoord van 2015. De G20 – een internationale samenwerking tussen 19 landen + Europese Unie + Afrikaanse Unie – richtte de TCFD op, samen met de internationale Financial Stability Board (FSB). De TCFD is een kader dat aanbevelingen doet over het beheersen en rapporteren van klimaatrisico’s. Dit heeft vooral betrekking op financiële risico’s zodat banken, aandeelhouders en beleggers de ESG-inspanningen van een onderneming kunnen volgen. Het is opgericht met als doel om bedrijven te helpen begrijpen hoe klimaatverandering hun onderneming kan beïnvloeden.
Waar de TCFD zich toespitst op richtlijnen voor het meten en rapporteren van de financiële impact van klimaatrisico’s, heeft de GRI een bredere scope waar ook sociale factoren een rol in spelen.
De SFDR is een Europese verordening die als doel heeft om de transparantie van financiële instellingen te vergroten, met name met betrekking tot hoe deze instellingen duurzaamheidsrisico’s en kansen opnemen in hun beleggingsbeslissingen. Daarnaast moet volgens deze richtlijn ook het beloningsbeleid van de instelling worden aangepast op basis van duurzaamheidsrisico’s.
Het verschil tussen de SFDR en de TCFD zit ‘m onder andere in de doelgroep. TCFD richt zich op bedrijven wereldwijd en de richtlijnen dienen bijvoorbeeld investeerders. De SFDR is actief op Europees in plaats van wereldwijd niveau en is van toepassing voor financiële actoren zoals banken, beleggingsadviseurs en beheerders van groot vermogen. De SFDR dient net als de TCFD investeerders, door eerlijke en vergelijkbare rapportage te faciliteren, waarmee greenwashing uitgebannen wordt.
NFRD is de voorloper van CSRD: beide richtlijnen van de Europese Unie. De NFRD opereerde op een veel kleinere scope en richtte zich alleen op organisaties van openbaar belang (OOB) met meer dan 500 werknemers. De reikwijdte van de CSRD is dus een stuk groter.
De NFRD richtlijn werd in 2014 in het leven geroepen en had als doel “de verantwoordingsplicht te versterken en belanghebbenden te helpen bij het monitoren en beoordelen van de ESG-prestaties van ondernemingen”. Deze richtlijn richtte zich dus ook op hoe duurzaamheidsaspecten de operaties van ondernemingen beïnvloeden en vice versa.
De EU Taxonomy geldt als leidraad voor investeringen in duurzaamheid. Het maakt duidelijk welke economische activiteiten wel en niet ‘duurzaam’ mogen heten op basis van hun “wetenschappelijk getoetste bijdrage aan het voorkomen van klimaatverandering of beperken van de gevolgen ervan”. Er zijn technische screening criteria opgesteld om te bepalen of een activiteit bijdraagt aan minimaal een van de doelen die de EU Taxonomy heeft gezet. Dit wordt het vereiste van ‘substantial contribution’ genoemd.
Naast dit vereiste zijn er twee voorwaarden. Allereerst het ‘Do no significant harm’ principe. Dit zorgt ervoor dat er focus ligt op het voorkomen van schade aan de omgeving.
De andere voorwaarde richt zich op sociale duurzaamheid en is genaamd ‘Minimum social safeguards’. Om duurzaam genoemd te mogen worden, moet een activiteit in lijn zijn met verschillende richtlijnen op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden, sociale verantwoordelijkheid en anti-corruptie.
De CSRD is een rapportageraamwerk dat hoort bij het classificatiesysteem van de EU Taxonomy. De CSRD verplicht bedrijven dus om aan de hand van deze leidraad te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties. Ook de SFDR verwacht dat financiële instituties transparant zijn over hoe hun producten de normen van de EU Taxonomy volgen.
Ook taxateurs moeten rekening houden met ESG en klimaatrisico’s bij het bepalen van de waarde van een kantoor, distributiecentrum of winkel. Dit kan met behulp van de Duurzaamheidsparagraaf, in de markt ook wel DuPa 2.0 genoemd. Tachtig criteria, gericht op duurzaamheid en klimaatrisico’s.
Met de DuPa module van CFP krijg je direct inzicht in de duurzaamheidskenmerken van een gebouw en zie je hoe dit zich vertaalt naar energie-efficiëntie, klimaatbestendigheid, en de businesscase.
Onze experts kunnen je met de DuPa Module laten zien welke innovatieve en kostenbesparende verduurzamingen in gebouwen doorgevoerd kunnen worden. Benieuwd? Lees hier meer over de DuPa Module.
Als gebouweigenaar krijg je niet alleen te maken met duurzaamheidstermen op bedrijfsniveau, maar ook specifiek voor de gebouwen die je bezit, huurt of gebruikt. Niet alleen als je ze nieuw wilt bouwen of wilt verbouwen, maar ook wanneer je bestaande gebouwen in gebruik hebt. De reden? Gebouwen zijn goed voor ruim een derde van het totale energieverbruik van Nederland.
Om energielabels kunnen we al een tijdje niet heen. De basis van alle wet- en regelgeving rondom de energieprestatie van gebouwen is de EPBD. Dit Europese juridische kader streeft naar energie-efficiënte en CO2-neutrale gebouwen in 2050, een stabiele basis voor investeringsbeslissingen en meer energiebesparende en geld besparende maatregelen bij bedrijven en particulieren.
De EPBD stamt al uit de beginjaren van deze eeuw en is inmiddels meerdere keren herzien. De meest recente vernieuwing is die van EPBD III naar IV, wat effect heeft op de labelklassen die gebruikt worden bij energielabels. Alle A+ tot en met A++++ wordt straks samengevoegd onder A. Meer over deze aanpassing van de EPBD wetgeving lees je hier.
De Nederlandse energielabel C verplichting voor kantoren is een voorbeeld van een wet die voorkomt uit de EPBD. Ook voor utiliteitsgebouwen gelden eisen op het gebied van energielabels en renoveren, middels de (nu nog vrijblijvende) renovatiestandaard.
BENG refereert naar de eisen die de Nederlandse overheid stelt aan vergunningaanvragen voor gebouwen en is een uitwerking van de Europese EPBD wetgeving. De BENG kijkt naar kWh per m² per jaar. De energiebehoefte van een gebouw wordt daarbij onderverdeeld in primair fossiel energieverbruik en gebruik van hernieuwbare energie.
Aan de hand van de BENG 2 eisen is de NTA 8800 opgesteld: de Nederlandse energielabelmethodiek.
De NTA 8800 certificering is de Nederlandse methodiek voor toekennen van energielabels aan gebouwen. Deze methode rekent in lijn met de BENG eisen met kWh per m2 van een gebouw. Aan de hand van deze energiebehoefte wordt een energielabel aan een gebouw toegekend. De indeling is aan verandering onderhevig en verschilt ook per gebouwtype.
Meer over de NTA 8800? We vertellen het in dit artikel. Hier lees je de ervaringen met de NTA 8800 van CFP consultant Ilmar Bouwer
Naast energieverbruik zijn er natuurlijk meer factoren die meespelen in de duurzaamheid van gebouwen. In Nederland speelt de Milieuprestatie Gebouwen (MPG) een rol bij de aanvraag van omgevingsvergunningen. De MPG komt om de hoek kijken bij grote nieuwe kantoorgebouwen en nieuwbouwwoningen. Een MPG berekening kijkt naar de milieubelasting van gebruikte materialen in het gebouw en wordt doorgaans in kaart gebracht met een LCA. Uiteindelijk resulteert dit in een Milieu Kosten Indicator (MKI). Meer over de MPG lees je hier.
De termen en begrippen zijn nu waarschijnlijk een stuk duidelijker. Maar hoe pas je het toe in de praktijk? Wil jij weten hoe je kunt voldoen aan de verschillende richtlijnen en verplichtingen? Of wil je aan de slag met een duurzaamheidsrapportage? We helpen je graag verder. Neem contact met ons op voor een advies op maat.
Naar alle cases